Over dansende duiveltjes, de eenzaamheid van een gouden ciborie, een recept om te vliegen ... en veel meer


Vandaag viert de Kerk het feest van de "kleine" Theresia van Lisieux. Vorig schooljaar publiceerde ik een aantal "highlights" uit haar autobiografie. Op haar feest serveer ik u graag nog eens de hele bloemlezing.

Het mysterie van de voorrechten

“Ziedaar het mysterie van mijn roeping, van mijn hele leven, maar vooral het mysterie van de voorrechten die Jezus aan mijn ziel verleende. Hij roept niet degenen die het waard zijn, maar degenen die Hij zelf wil of –zoals de heilige Paulus zegt: “God zal zich ontfermen over wie Hij zich wil ontfermen en Hij zal barmhartigheid bewijzen aan wie Hij wil. Het hangt dus niet af van de wil of inspanning van de mens, maar van Gods ontferming.”

Over een bloem die niet geplaagd wordt door valse bescheidenheid

“Als een bloem spreken kon, zou ze, denk ik, eenvoudigweg zeggen wat de goede God allemaal voor haar gedaan heeft en ze zou niet proberen Gods weldaden te verzwijgen. Ze zou niet, onder het mom van valse bescheidenheid, zeggen dat ze geen gratie bezit en geen fijne geur heeft. Of dat haar glans door de zon is weggenomen en haar stengel door de storm geknakt is, terwijl de bloem voor zichzelf wel weet dat juist het tegendeel waar is.

De bloem die haar levensverhaal gaat vertellen, is blij dat ze openlijk zeggen kan welke attenties Jezus haar om niet geschonken heeft. Zij erkent dat niets in haar de aandacht van zijn goddelijke blik aan kon trekken en dat al het goede in haar alleen het werk van zijn barmhartigheid is.”

Dromen over dansende maar laffe duiveltjes

Theresia herinnert zich een droom van toen ze 4 jaar oud was, en duidt hem 20 jaar later.

Op een nacht droomde ik dat ik naar buiten ging om alleen in de tuin te gaan wandelen.
Toen ik onderaan de treden gekomen was die je op moest gaan om in de tuin te komen, stond ik plotseling als aan de grond genageld van schrik. Voor mij, vlakbij het prieeltje, bevond zich een ton met kalk en op die ton dansten twee afgrijselijke duiveltje en wel met een verrassend grote lenigheid ondanks de strijkijzers die ze aan hun voeten hadden.

Plotseling richtten ze hun vlammende ogen op mij en op hetzelfde moment – ze leken meer geschrokken te zijn dan ik – sprongen ze van de ton af en gingen zich verstoppen in de linnenkamer die daar tegenover is. Toen ik zag hoe laf ze waren, wilde ik wel eens weten wat ze daar gingen doen en ik ging dichter bij het raam staan. Die arme duiveltjes renen daar over de tafels en wisten niet hoe ze zich aan min blik konden onttrekken. Af en toe kwamen ze dichter bij het raam en keken ongerust om zich heen of ik er nog steeds was. Als ze me dan nog steeds zagen, begonnen ze weer als wanhopigen rond te rennen.
Waarschijnlijk is deze droom niet zo bijzonder, maar toch geloof ik dat de goede God gewild heeft dat ik me die droom zou herinneren. Hij wilde me zo laten zien dat een ziel, die in stat van genade is, niets van de duivel te vrezen heeft. Hij is immers zo laf, dat hij zelfs voor de blik van een kind op de vlucht slaat.

De eenzaamheid van een gouden ciborie

God daalt niet iedere dag uit de hemel af om in een gouden ciborie te verblijven; Hij zoekt een andere hemel die Hem oneindig veel dierbaarder is dan de eerste, namelijk de hemel van onze ziel, die naar zijn beeld gemaakt is, de levende tempel van de aanbiddelijke Drie-eenheid.

De vreugde van de onvolmaaktheid

In het begin van mijn geestelijk leven, toen ik zo’n dertien, veertien jaar was, vroeg ik me af waar  ik later nog vooruitgang in kon boeken. Ik dacht ik de volmaaktheid onmogelijk nog beter begrijpen kon. Algauw heb ik ingezien dat hoe verder iemand op deze weg komt, hoe meer hij verwijderd denkt te zijn van het doel. Nu berust ik erin mezelf nog altijd onvolmaakt te zien en vind ik er mijn vreugde in.

Recept om te  vliegen

Het ligt in mijn karakter dat angst mij doet terugdeinzen. Met liefde ga ik niet alleen voort, maar vlieg ik zelfs.

Licht zonder gedruis

Jezus heeft geen boeken of leraren nodig om de zielen te onderrichten. Hij die de leraar der leraren is, geeft onderricht zonder gedruis van woorden. Ik heb Hem nog nooit horen praten, maar ik voel dat hij in mij verblijft. Elk moment leidt Hij me, geeft me in wat ik zeggen of doen moet. Op het moment dat ik dat nodig heb, ontdek ik het inzicht dat ik nog niet had. Het is niet eens tijdens mijn inwendig gebed dat ik het meeste licht krijg; meestal gebeurt tijdens mijn dagdaglijkse bezigheden

Over bellende werkmannen en pareltjes

Het was tijdens een recreatie. De portierster belde tweemaal: de grote poort moest opengemaakt worden voor de werkmensen … Er hing niet zo’n goede sfeer tijdens de recreatie … Ik dacht er dan ook aan dat ik graag als “derde zuster” mee zou willen gaan. En toen zei moeder subpriorin juist dat ik, of de zuster die naast me zat, die taak op zich nemen moest. Ik begon dus mijn schort af te doen, maar dat deed ik erg langzaam in de hoop dat mijn medezuster de hare eerder afgedaan zou hebben. Ik meende namelijk dat ik er haar een plezier mee zou doen als zij die taak zou krijgen. De zuster die de econome verving, keek ons lachend aan en toen ze zag dat ik als laatste opgestaan was, zei ze: “Ik dacht al wel dat jij niet degene zou zijn die een pareltje voor zijn kroon zou verdienen; je was zo langzaam!”

De hele communiteit zal zeker gedacht hebben dat ik dat van nature deed en ik zou niet kunnen zeggen hoeveel goed zo iets kleins mijn ziel heeft gedaan. Het maakte me verdraagzaam ten opzichte van zwakheden van anderen en het zorgt er ook voor dat mijn ijdelheid niet gestreeld wordt als er gunstig over mij geoordeeld wordt. Ik zeg dan namelijk bij mezelf: als mijn kleine daden van deugd aangezien worden voor onvolmaaktheden, dan kan men zich net zo goed andersom vergissen en voor een deugd aanzien wat slechts een onvolmaaktheid is. 

Over een onuitstaanbare maar heilige zuster

Er is een zuster in de communiteit die het talent bezit me in alles tegen te staan. …. en toch is het een heilige zuster … Ik wilde niet toegeven aan de natuurlijke antipathie die ik voor haar voelde en zei tegen mezelf dat de liefde voor de naaste niet uit woorden moet bestaan maar uit daden. Ik ben me er op toe gaan leggen voor deze zuster te doen wat ik gedaan zou hebben voor degene waar ik het meest van houd. Ieder keer als ik haar tegenkwam, bad ik voor haar tot de goede God en bood Hem al haar deugden en verdiensten aan. Ik voelde wel dat Jezus dat plezier deed. Er is geen enkele kunstenaar die niet graag lofuitingen over zijn werken hoort. Jezus, de Kunstenaar van de zielen, is gelukkig als men niet stil blijft staan bij uiterlijkheden, maar het innerlijke heiligdom binnengaat dat Hij als verblijf gekozen heeft, en daar de schoonheid van bewondert.

Ik vond dat het niet genoeg was veel te bidden voor de zuster die voor zoveel strijd in mij zorgde. Ik probeerde haar alle mogelijke diensten te bewijzen. Als ik ertoe bekoord werd haar onaardig te antwoorden, dan nam ik er genoegen mee haar mijn allerliefste glimlacht te geven en dan probeerde ik het gesprek een andere wending te geven. …

Wanneer ik niet in de recreatie was (ik bedoel tijdens de werktijd) had ik voor mijn werk wel eens met deze zuster te maken. Als mijn strijd te hevig werd, sloeg ik vaak als een deserteur op de vlucht. Ze wist absoluut niet wat ik echt voor haar voelde en heeft dus nooit kunnen vermoeden waarom ik zo tegen haar deed. Ze bleef ervan overtuigd dat haar karakter mij aangenaam was. Op een dag zei ze tijdens de recreatie met een blij gezicht het volgende: “Kun je me zeggen, zuster Thérèse van het Kind Jezus, wat je zo in mij aantrekt. Iedere keer als je naar me kijkt zie ik je glimlachen! Wat me in haar aantrok, was Jezus, die diep in haar ziel verborgen was. Jezus die het allerbitterste nog zoet maakt. Ik antwoordde haar dat ik glimlachte omdat ik blij was haar te zien (natuurlijk zei ik er niet bij dat ik dat in geestelijke zin bedoelde).

Het laatste middel in de strijd

Moeder, ik heb het u al gezegd, mijn laatste middel om in de strijd niet overwonnen te worden, was weg te lopen. Dat middel gebruikte ik vaak tijdens mijn noviciaat en het heeft me altijd erg geholpen. … Dat was nou niet bepaald het toonbeeld van dapperheid, maar ik denk toch dat het beter is je niet aan een strijd bloot te stellen waarvan de nederlaag al vaststaat.

Een weigering die plezier doet

Het is in de karmel niet altijd mogelijk de woorden van het Evangelie naar de letter in de praktijk te brengen. Soms moet je vanwege je bezigheden wel eens een kleine dienst aan iemand weigeren. Maar als de liefde tot de naaste in de ziel diep wortel geschoten heeft, is dat ook uiterlijk te zien. Je kunt op een zo minzame manier iets weigeren wat je niet geven kunt, dat die weigering net zoveel plezier doet als de gave.

Een zuster met “een eigenaardige tic”

Bij het inwendig gebed zat ik vaak voor een zuster die een eigenaardige tic had. … Zodra deze zuster binnengekomen was, begon ze een vreemd geluid te maken dat een beetje leek op wat je hoort als je twee schelpen tegen elkaar schuurt. … 

Ik kan u niet zeggen, moeder, hoezeer dat geluid me irriteerde. Ik had zo graag mijn hoofd om willen draaien en de schuldige aan willen kijken die zich vast niet bewust was van haar tic … Maar in mijn hart voelde ik dat het beter was het uit liefde voor God te verdragen en deze zuster ook geen pijn te doen. Ik bleef dus rustig. Ik probeerde me met de goede God te verenigen en dat kleine geluidje te vergeten.

Maar het had geen zin; ik voelde het zweet me uitbreken en ik kon niet anders dan het inwendig gebed lijdend voort te zetten. Maar terwijl ik dus te lijden had zocht ik een manier om me er niet aan te ergeren, en het tenminste in het diepst van mijn ziel in vreugde en vrede te doorstaan.
Ik probeerde van dat onaangename geluidje te gaan houden. In plaats van me in te spannen om het niet te horen (wat toch niet lukte) probeerde ik er juist goed naar te luisteren alsof het een schitterend concert was. Mijn inwendig gebed (niet bepaald het gebed van rust) bestond eruit dat concert aan Jezus aan te bieden.

Waarom je geen angst hoeft te hebben van God

De Heer is zo goed voor me dat ik onmogelijk angst voor Hem hebben kan. Hij heeft me altijd gegeven wat ik verlangde, of liever gezegd, Hij heeft me doen verlangen wat Hij me geven wilde.

Reacties

Meest gelezen

Homo-zegen: heeft paus Franciscus zich vergist? Enkele bedenkingen van Nikolaas Sintobin sj

Ignatius van Loyola legt uit hoe je, met een té drukke agenda, toch je rust kan bewaren

Hoe paus Franciscus reageert op zijn eigen, spontane woede - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor de derde zondag van de 40-dagentijd

Rik Torfs over jezuïetenhumor: het verschil tussen Kardinaal Müller en Nikolaas Sintobin sj

Over geluk dat niemand je kan afpakken - Het getuigenis van Etty Hillesum

Wat doet de Paus daar toch met die opgestoken vinger? - Heerlijke videobeelden

Het verschil tussen geestelijke vreugde en het “je lekker voelen”

Hoe handelen als je slecht nieuws krijgt: het voorbeeld van Ignatius van Loyola - Ignatiaans leiderschap (7/10)

Bidden met de Bijbel - een nieuw boek van Nikolaas Sintobin sj