Gehoorzaamheid beloven binnen een decadente Kerk?! (4/8)
In het najaar van 2016 hield ik in het kader
van “Bruisende Kerk”, een congres voor jonge katholieken in Gouda, een inleiding
met als titel: “Meer houden van de Kerk: in de leer bij Ignatius van Loyola en
Lucifer.” Hier volgen enkele uittreksels. 4/8
Als
jezuïet heb ik niet getwijfeld toen ik, bij mijn plechtige geloften, werd
uitgenodigd om ook een vierde gelofte uit te spreken, die van bijzondere gehoorzaamheid aan de paus voor
de zending. Liefde voor en trouw aan de Kerk vragen om
geïncarneerd te worden. Zoniet gaat het over holle woorden en abstracte idealen.
Liefde kan ook pijn doen. Soms veel. Liefde kan deel doen hebben aan het kruis.
In het bijzonder als je geconfronteerd wordt met de kloof die soms gaapt tussen
de Kerk als mystiek lichaam van Christus en de zichtbare Kerk. En net die
kruisigende liefde kan verlossend zijn.
Het
startpunt van de jezuïeten was dat Ignatius en 9 gezellen zich in 1540 aan de
Paus gingen aanbieden om de Kerk te dienen. De Katholieke Kerk was toen in
verval. Ronduit decadent: corruptie, zedeloosheid, spilzucht, mondaniteit,
simonie vierden hoogtij. Tot in de allerhoogste kringen van de Kerk. Toch kozen
die 10 eerste jezuïeten er radicaal voor om hun leven te geven binnen en voor
die zwaar zieke Kerk. Wees maar zeker dat zij niet blind was voor al de
misbruiken. Maar de gratuiteit van die bewuste keuze is een betekenisvolle
bijdrage geweest voor de hervorming, van binnen uit, van onze Kerk.
Reacties